Verkeersongeluk na black-out
Ook een tijdelijke black-out kan leiden tot een verkeersongeluk. Een black-out is een wegraking waardoor de bestuurder de macht over het stuur verliest. Indien komt vast te staan dat het verkeersongeluk is veroorzaakt door een black-out, kan dit leiden tot een geslaagd beroep op verontschuldigbare onmacht, zolang de verdachte niet bekend is met de oorzaak hiervoor. Dit moet bij art. 6 WVW leiden tot een vrijspraak, nu hierdoor de schuld (bestanddeel bij art. 6 WVW) niet kan worden bewezen.
Signalen black-out
De volgende signalen kunnen wijzen op een verkeersongeluk dat door een black-out is veroorzaakt:
- plotseling vreemd opkomend rijgedrag
- de verdachte kan zich niet meer van het verkeersongeval herinneren
- er hebben geen ongevalscorrigerende gedragingen plaatsgevonden (niet uitwijken, remmen, etc.)
- er zijn geen andere aanwijsbare oorzaken, zoals drank, drugs, afleiding door mobiele telefoon
Voorwaarden voor verontschuldigbare black-out
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 11 maart 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:844
Vastgesteld kan worden dat de verdachte als bestuurster van een personenauto, rijdend op een door een verhoogde middenberm gescheiden tweebaansweg, zonder enige aanleiding de middenberm is overgestoken en op de verkeerde weghelft is terechtgekomen, waar zij frontaal in aanrijding is gekomen met een tegenligger. Zodanig verkeersgedrag kan in beginsel de gevolgtrekking dragen dat het verkeersongeval te wijten is aan de schuld van de verdachte als bedoeld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, tenzij omstandigheden zijn aangevoerd en aannemelijk geworden waaruit volgt dat van schuld in vorenbedoelde zin niet kan worden gesproken.
Het hof begrijpt het verweer van verdachte aldus dat het haar ten gevolge van een plotseling opgekomen black-out niet te verwijten is dat zij haar voertuig korte tijd niet onder controle had, gedurende die tijdsspanne op de andere weghelft terecht is gekomen en niet in staat is geweest om de aanrijding te voorkomen. Verdachte heeft verklaard dat zij zich niet kan herinneren dat zij via de middenberm op de linker rijbaan terecht is gekomen. Zij kan zich wel herinneren dat ze op een gegeven moment langzaam weer bijkwam. In die staat zag zij de auto van het slachtoffer op zich af komen.
Het hof merkt eerstens op dat verdachte vanaf het allereerste moment na het ongeval consistent is geweest in haar verklaring. Ook ter terechtzitting in hoger beroep is zij tijdens indringende ondervraging op authentieke wijze bij haar verklaring gebleven en heeft ten stelligste ontkend dat er sprake is geweest van een poging om zichzelf van het leven te beroven. De verklaring van verdachte vindt steun in zowel het rapport van psycholoog drs. I.J.G.P. Neissen d.d. 1 februari 2014 als in een overgelegde medische verklaring ter zake.
Hiervan uitgaande acht het hof afwezigheid van alle schuld aannemelijk en moet verdachte worden vrijgesproken van hetgeen primair ten laste is gelegd.
Op verkeerde weghelft door black-out
Rb. Rotterdam 29 april 2008, ECLI:NL:RBROT:2008:BG6359
Verdachte die plotseling op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer terecht is gekomen, waardoor hij frontaal tegen een tegenligger gebotst is. Verdachte verklaarde direct na het ongeval dat hij dacht dat hij een black-out had gehad. Als grondslag hiervoor gaf hij aan dat hij in 2003 ook een black-out heeft gehad tijdens het autorijden, waardoor hij tegen een boom is gereden. De dokter heeft hem nadien onderzocht en verdachte bleek een hoge bloeddruk te hebben. Hiervoor is hij niet behandeld want zijn bloeddruk is vanzelf omlaag gegaan. Zijn huisarts heeft dit destijds gecontroleerd. De verdachte ging er daarom vanuit dat hij gezond was en hij meende dat hij niet hoefde te verwachten dat hij nog eens een black-out zou krijgen achter het stuur. Onder deze omstandigheden vindt de rechtbank het niet onbegrijpelijk dat de verdachte geen nader onderzoek heeft laten verrichten naar zijn rijgeschiktheid. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat verdachte ten tijde van het ongeval in verontschuldigbare onmacht verkeerde. Hieruit volgt ook dat de verdachte geen schuld had aan het ongeval.