• Eerlijke inschatting
  • Enkel ervaren verkeersstrafrechtadvocaten
  • Snelle werkwijze
  • Voordeligste tarief

Verkeersongeluk door slaapstoornis / in slaap vallen

Ook een slaapstoornis kan leiden tot een verkeersongeluk. Er kan sprake zijn van een soort black-out, een wegraking waardoor de bestuurder de macht over het stuur verliest. Indien komt vast te staan dat het verkeersongeluk is veroorzaakt door de slaapstoornis, ook wel hypersomnolentie genoemd en de verdachte hier onwetend over was, kan dit leiden tot een geslaagd beroep op verontschuldigbare onmacht. Dit moet bij art. 6 WVW leiden tot een vrijspraak, nu hierdoor de schuld (bestanddeel bij art. 6 WVW) niet kan worden bewezen.

Slaapstoornis vastgesteld door neuroloog

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20 augustus 2015, parketnr 21/008022-13.
De verdachte in deze zaak kwam op de weghelft voor het tegemoetkomend verkeer terecht met een fatale frontale aanrijding tot gevolg. Hij kon zich de aanrijding niet meer herinneren.
De advocaat heeft in deze zaak met de hulp van de neuroloog drs. Lammers en de verkeersongevallenanalist Meeuwissen kunnen vaststellen dat er sprake was van een slaapstoornis waardoor het verkeersongeval hoogstwaarschijnlijk heeft plaatsgevonden. Het hof spreekt de verdachte vrij terzake art. 6 WVW en voor art. 5 WVW volgt ontslag van alle rechtsvervolging.

Na fysieke inspanning in slaap gevallen achter het stuur

Rechtbank Zeeland West-Brabant, 8 april 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ6612
De rechtbank overweegt dat verdachte door het plotseling zonder enige aanleiding terechtkomen op de verkeerde weghelft en vervolgens frontaal in botsing te komen met een op die weghelft rijdende tegenligger, niet de voorzichtigheid en oplettendheid heeft betracht die redelijkerwijs van een bestuurder van een motorvoertuig op de openbare weg mag worden verwacht. Dergelijk verkeersgedrag kan dan ook in beginsel de gevolgtrekking dragen dat verdachte zich aanmerkelijk onoplettend en/of onachtzaam heeft gedragen en dat het verkeersongeval aan de schuld van verdachte als bedoeld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 te wijten is.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt deze gradatie van schuld met het hiervoor beschreven verkeersgedrag echter niet bereikt nu verdachte de macht/controle over het voertuig niet bij voortduring heeft kunnen behouden wegens een kort voor en ten tijde van het ongeval opgetreden wegraking. Er is niet vast komen te staan waardoor dit is veroorzaakt. Vermoedelijk is verdachte in slaap gevallen. Verdachte, die op leeftijd is, heeft op de bewuste dag enige tijd in zijn tuin gewerkt. Vervolgens is hij met zijn echtgenote naar Philippine gereden en heeft daar mosselen gegeten, een glas port en een glas bier gedronken, hetgeen ondersteund wordt door de bon die zich in het dossier bevindt. Na de maaltijd zijn verdachte en zijn echtgenote met de auto vertrokken richting de Belgische kust. Verdachte voelde zich op dat moment fit en niet vermoeid, hoewel hij normaal gesproken na de maaltijd een half uurtje rust neemt. Kort na het passeren van de eerste rotonde bij Draaibrug, bemerkte verdachte dat hij wat vermoeid werd en besloot daarop bij Sluis, dat reeds in zicht was, de auto op een veilige wijze aan de kant te zetten en wat rust te nemen. Enkele seconden later vond echter het ongeval plaats, waarvan verdachte zich niets weet te herinneren, behalve de klap.
Nu volgens algemeen toegankelijke bronnen Draaibrug op een afstand ligt van een half uur rijden met de auto van Philippine en niet is gebleken dat verdachte de toegestane snelheid op de wegen van Philippine naar Draaibrug heeft overschreden, gaat de rechtbank er vanuit dat de vermoeidheid ruim een half uur na het nuttigen van de maaltijd optrad.
Gelet op de leeftijd van verdachte (ten tijde van het feit 80 jaar), de omstandigheid dat hij die ochtend enige tijd in de buitenlucht fysieke inspanning had geleverd, dat hij tussen de middag een maaltijd had genuttigd waarbij hij alcohol had gedronken en gegeven zijn gewoonte om na de middagmaaltijd rust te nemen, had verdachte naar het oordeel van de rechtbank moeten beseffen dat deze omstandigheden van invloed konden zijn op zijn lichamelijke en geestelijke conditie. Hij had derhalve niet onder die omstandigheden moeten gaan rijden. Dat is het verwijt dat de rechtbank verdachte maakt. Anders dan de officier van justitie heeft betoogd, levert deze combinatie van factoren naar het oordeel van de rechtbank echter niet een aanmerkelijke schuld als bedoeld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet op. Uit het dossier alsmede het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden naar voren gekomen waaruit is af te leiden dat verdachte het wegraken had (kunnen) voorzien. Verdachte was naar eigen zeggen lichamelijk en geestelijk in orde. Van omstandigheden die op het tegendeel zouden duiden, is niet gebleken. Daarnaast had verdachte nog niet eerder een dergelijk wegraken ervaren. Toen verdachte de vermoeidheid kort voor het ongeval voelde opkomen, heeft hij besloten door te rijden naar Sluis, dat reeds in zicht was. De rechtbank is van oordeel dat dit, gelet op het feit dat de Sluiseweg geen veilige mogelijkheden biedt om de auto langs de kant van de weg te parkeren, de meest voor de hand liggende beslissing was.
De rechtbank spreekt verdachte derhalve vrij van het primair ten laste gelegde.

Plotselinge vermoeidheid na lange werkdag

Rechtbank Noord-Nederland, 3 september 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:4197 
Verdachte was bestuurder van een vrachtauto die op de laatste auto in een file reed. Hij gaf aan dat hij plotseling door vermoeidheid overmand werd,
Rb: "De vraag is of verdachte het ongeval had kunnen voorzien en of hij het ongeval had kunnen vermijden. Van belang is derhalve of hij aan de maatstaven van uiterlijke zorgvuldigheid heeft voldaan.
Verdachte had die dag een zeer lange werkdag van rond de twaalf uren gehad. Volgens verdachte is dit niet een "normale werkdag" voor hem. Buiten zijn schuld om was er het een en ander met een lading misgegaan en zijn werkgever verwachtte van hem dat hij dit zou oplossen. Hierdoor moest hij extra ritten rijden. Volgens verdachte heeft hij zich hierbij aan het Rijtijdenbesluit gehouden. Het tegendeel is niet gebleken en derhalve gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte zich aan dit besluit heeft gehouden. Ondanks dat verdachte een lange werkdag had kan de rechtbank op grond van de stukken niet vaststellen dat verdachte eerder last van vermoeidheid heeft gehad dan na de afslag [plaats] . Verdachte kon derhalve voor de afslag [plaats] niet voorzien dat hij door slaap zou worden overmand.
Verdachte heeft echter na de afslag [plaats] doordat hij doorreed, terwijl hij door vermoeidheid werd overvallen, bewust het risico aanvaard van het in slaap vallen en het vervolgens veroorzaken van een ongeval met mogelijk ernstige gevolgen. Het is immers voorzienbaar dat wanneer de bestuurder van een vrachtauto in slaap valt hij een verkeersongeval met veel schade, gewonden en zelfs doden kan veroorzaken.
De weg van [plaats] naar de rotonde bij [pleegplaats] betreft volgens verdachte een weg waar hij geen mogelijkheden had om zijn voertuig veilig van de weg te halen. Dit wordt bevestigd door de foto's in het dossier. Op deze foto's is zichtbaar dat zich naast de rijbanen enkel een vluchtstrook bevindt. Deze vluchtstrook is niet bedoeld om te parkeren en vervolgens rust te nemen. Dat zou bovendien een gevaarlijke situatie creëren. Verdachte had derhalve op dat moment redelijkerwijs geen andere mogelijkheid dan door te rijden. Hij heeft zorgvuldig gehandeld door de cruisecontrol eraf te halen en zijn snelheid hierdoor te verminderen. Vervolgens is hij overmand door slaap. Nu verdachte in een toestand van onachtzaamheid geraakte, terwijl hij op dat moment geen mogelijkheid had om adequaat te reageren op zijn kort daarvoor optredende vermoeidheid, is de rechtbank van oordeel dat verdachte onmachtig was met betrekking tot schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeersweg 1994, om het verkeersongeval te vermijden."

 

NIET:

  • Gaan rijden na enkele nachten niet goed geslapen te hebben; waarschuwing zoon genegeerd (Rechtbank Noord-Nederland, 4 augustus 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:3797)
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden