Snelheidsmeting via boordsnelheidsmeter en achteruitkijkspiegel onbetrouwbaar
In een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 8 maart 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:2112 gaat het om een snelheidsmeting met gebruik van de boordsnelheidsmeter. Dat is gewoon de snelheidsmeter in het politievoertuig. Het bijzondere aan deze zaak is dat de meting is gedaan met een politievoertuig dat voor het gemeten voertuig reed door in de achteruitkijkspiegel te kijken en de tussenafstand in te schatten. Het hof gaat met deze meetmethode echter niet akkoord en twijfelt aan de betrouwbaarheid hiervan.
Het hof overweegt daartoe het volgende:
“De boordsnelheidsmeter is geen snelheidscontrolemeter als bedoeld in de Regeling meetmiddelen politie. Niettemin kan in situaties waarin een snelheidscontrolemeter niet voorhanden is een snelheidsmeting worden uitgevoerd met behulp van een gekalibreerde boordsnelheidsmeter. Voorheen (tot 31 december 2015) werd deze methode in de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers als volgt omschreven:
“De snelheid van het gevolgde voertuig wordt (…) geconstateerd door op (nagenoeg) gelijkblijvende afstand te volgen en vervolgens de overtreding af te leiden van de met het dienstvoertuig gereden snelheid.”
9. Uitgangspunt bij het meten via een boordsnelheidsmeter is dat het voertuig van de ambtenaar het voertuig volgt waarvan de snelheid moet worden vastgesteld, waarbij wordt gezorgd voor een (vrijwel) gelijkblijvende tussenafstand. Bij het volgen van een voertuig kan de ambtenaar de tussenafstand zelf beïnvloeden door de snelheid te verhogen of te verlagen. Dat is niet of nauwelijks mogelijk wanneer, zoals hier, het te meten voertuig achter het dienstvoertuig rijdt. De tussenafstand wordt immers voornamelijk bepaald door het achterliggende voertuig. In redelijkheid moet worden betwijfeld dat de ambtenaar, terwijl hij zijn voertuig moest besturen, zijn snelheidsmeter in het oog moest houden en de afstand tot het achterliggende voertuig via de achteruitkijkspiegel voortdurend moest inschatten en gelijk houden, de snelheid van dat voertuig op betrouwbare wijze heeft kunnen vaststellen. Gelet op de wijze waarop de meting in dit geval heeft plaatsgevonden, kan niet van de juistheid van de gegevens in het zaakoverzicht worden uitgegaan, zodat niet op basis van die gegevens kan worden vastgesteld dat de gedraging is verricht. De sanctiebeschikking kan daarom niet in stand blijven. Dat brengt mee dat de overige bezwaren van de betrokkene geen bespreking meer behoeven.”
Een andere zaak waarbij eveneens de snelheidsmeting via de achteruitkijkspiegel als onbetrouwbaar werd gevonden, is ECLI:NLGHARL:2019:10255
< Terug naar Meer informatie te hard rijden