Rijden met onvoldoende zicht
Rijden met onvoldoende zicht is altijd gevaarlijk. Een ongeluk is dan zo gebeurd. Juridisch wordt dit nog niet aangemerkt als roekeloos rijgedrag, maar wel als zeer onvoorzichtig. Er kunnen zware straffen worden opgelegd, zo blijkt uit de jurisprudentie.
4 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor rijden met tractor waarbij zicht door hoolbalen werd beperkt
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21 augustus 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7454
Anders dan de advocaat-generaal heeft betoogd, is het hof van oordeel dat de gedragingen van verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval, niet toereikend zijn voor het oordeel dat verdachte “roekeloos” in voornoemde zin heeft gereden. De situatie hier aan de orde laat zich niet op een lijn stellen met de situaties waarin in de jurisprudentie van de Hoge Raad roekeloosheid is aangenomen. Dat betekent op zich zelf niet dat niet van roekeloosheid kan worden gesproken. Het hof acht echter in dit geval de intentie waarmee verdachte aan het verkeer heeft deelgenomen van belang. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte in die mate onverschillig is geweest ten aanzien van de gevolgen van zijn rijgedrag, dat gezegd kan worden dat hij welbewust meerdere onaanvaardbare risico’s heeft genomen. Het hof leidt dit af uit het feit dat verdachte met geringe snelheid reed, dat hij voor het opdraaien op [straat] extra tijd heeft besteed aan het uitkijken en dat hij uiterst rechts op de weg reed. Op die manier hield verdachte -zij het volstrekt ontoereikend- rekening met andere verkeersdeelnemers; bij de mogelijkheid van de aanwezigheid van fietsers vóór hem op wie hij ondanks zijn geringe snelheid zou kunnen inlopen, heeft hij niet stilgestaan. De door verdachte getroffen maatregelen vormen een contra-indicatie voor de vaststelling van roekeloosheid, nu daaruit blijkt dat verdachte niet lichtzinnig over de gevolgen van zijn rijgedrag heeft gedacht. Van het ten laste gelegde onderdeel ‘roekeloosheid’ zal verdachte derhalve worden vrijgesproken.
Het voorgaande neemt niet weg dat het op voornoemde wijze besturen van een motorvoertuig als zeer onvoorzichtig handelen kan worden bestempeld. De gevolgen van verdachtes handelen waren op zeer eenvoudige wijze te voorkomen geweest door de hefarm omhoog te doen, door de hooibalen per stuk te vervoeren of met een ander voertuig. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat daarmee sprake is van schuld in de vorm van zeer onvoorzichtig rijgedrag.
Er volgt een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.