• Eerlijke inschatting
  • Enkel ervaren verkeersstrafrechtadvocaten
  • Snelle werkwijze
  • Voordeligste tarief

Ook een enkel moment van onoplettendheid kan artikel 6 WVW opleveren

Uit rechtspraak kan niet als algemene regel worden afgeleid dat schuld a.b.i. art. 6 WVW 1994 in geen geval kan worden bewezenverklaard als gedraging van verdachte die heeft geleid tot ongeval, haar aanleiding vindt in uitsluitend een enkel moment van onoplettendheid. Omstandigheden van geval (waartoe ook aard van verkeerssituatie kan worden gerekend) kunnen immers zodanige aandacht vergen dat ook kort moment van onoplettendheid als zeer onvoorzichtig kan worden aangemerkt (vlg
HR 15 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1398).

Hof heeft vastgesteld dat verdachte met haar auto reed in avond in duisternis op provinciale weg die bestond uit 2 rijkstroken voor verkeer in beide richtingen. Rijstroken waren gescheiden door dubbele doorgetrokken streep. Tussen 2 afslagen bevindt zich (vanuit rijrichting van verdachte bezien) flauw naar rechts buigende bocht. In deze bocht vond frontale botsing plaats tussen auto die door verdachte werd bestuurd en uit tegengestelde richting komende auto die door A werd bestuurd. B, die als passagier bij A in auto zat, is komen te overlijden als direct gevolg van ongeval en A heeft, ook als direct gevolg van ongeval, zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Over toedracht van dit ongeval heeft hof vastgesteld dat auto van verdachte van haar weghelft is geraakt en doorgetrokken streep heeft overschreden, waardoor deze op rijbaan van haar tegemoetkomend verkeer is terechtgekomen, vervolgens abrupte bocht terug naar rechts heeft gemaakt en daarna op doorgetrokken streep tegen voertuig van A is gebotst. Daarnaast heeft hof overwogen dat “tijd gemoeid moet zijn geweest” met afleggen van afstand terwijl verdachte rechtdoor bleef rijden in bocht, voordat zij geheel op verkeerde rijstrook reed. Hof heeft verder overwogen dat provinciale wegen (en zeker die waarbij rijstroken voor elkaar tegemoetkomend verkeer niet fysiek van elkaar zijn gescheiden) bijzondere oplettendheid en voorzichtigheid van weggebruikers vragen, wat in nog sterkere mate op plaats van ongeval gold omdat weg daar flauwe bocht maakt en duisternis om extra oplettendheid vroeg. Hof heeft geoordeeld dat verdachte, door op deze weg zonder duidelijke aanleiding, als bestuurder niet zoveel mogelijk rechts te houden, maar zoveel naar links te sturen dat zij op voor haar tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook is terechtgekomen, zich “dermate aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend” heeft gedragen dat verkeersongeval aan haar schuld is te wijten. Daarbij heeft hof in zijn beoordeling betrokken dat, mede gelet op afstand die verdachte moet hebben afgelegd voordat zij geheel op verkeerde rijstrook reed en tijd die daarmee gemoeid moet zijn geweest, niet is gebleken van omstandigheid die maakt dat niet van ‘schuld’ kan worden gesproken. Oordeel van hof dat verdachte ‘aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend’ heeft gereden waardoor aan haar ‘schuld’ te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, getuigt in het licht van wat is vooropgesteld niet van onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.

< Terug naar Meer informatie verkeersongeval door schuld
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden