Lagere straffen bij aanrijding / verkeersongeval
In de praktijk zien we dat de rechters hier vaak nog in het voordeel van de verdachte van afwijken. Zo zien we vaak dat bij een dodelijk verkeersongeval als gevolg van een aanmerkelijke verkeersfout een werkstraf (200 uur) wordt opgelegd, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Wel wordt er dan tevens een ontzegging van de rijbevoegdheid van langere duur opgelegd. Hierna zullen we enkele uitspraken bespreken.
Dodelijk ongeval, vrachtwagen door rood + onoplettend: 240 uur werkstraf, voorwaardelijke OBM
Rechtbank Rotterdam, 14 augustus 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:6774
In de oriëntatiepunten voor straftoemeting geldt als uitgangspunt bij overtreding van artikel 6 van de WVW, indien sprake is van een overlijden van het slachtoffer, een taakstraf van 240 uren. Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van deze duur opleggen.
Aan de verdachte wordt tevens de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen ontzegd voor de duur van één jaar. De rechtbank ziet aanleiding om de voorgenomen ontzegging geheel voorwaardelijk op te leggen, met een proeftijd van twee jaar. Daarbij betrekt de rechtbank hetgeen hierboven is overwogen, het tijdsverloop en de consequenties die een onvoorwaardelijke ontzegging voor de verdachte en anderen die afhankelijk zijn van zijn onderneming zouden hebben. Deze voorwaardelijke straf dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen en hem ervan te doordringen op de weg nog meer voorzichtigheid te betrachten.
Dodelijk verkeersongeval; 150 uur werkstraf + 1 jaar ontzegging rijbevoegdheid
Rechtbank Gelderland, 25 februari 2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:1216
Een 45-jarige man is veroordeeld in verband met het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij een 81-jarige vrouw om het leven is gekomen. De man heeft op de linker weghelft gereden en heeft onvoldoende op het verkeer gelet.
De rechtbank ziet evenwel aanleiding om de persoonlijke omstandigheden van verdachte zwaar te laten wegen in haar beslissing over de strafmaat. Bij het bepalen van de hoogte daarvan houdt de rechtbank met name rekening met de wijze waarop verdachte met de nabestaanden is omgegaan. Verdachte heeft na het ongeval en ook na het overlijden van [slachtoffer] opengestaan voor contact met de familie, ondanks dat het voor hem moeilijk en zeer confronterend moet zijn geweest hen onder ogen te komen. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte geen strafblad heeft en met de omstandigheid dat verdachte ook zelf aanzienlijk (mogelijk blijvend) letsel door het ongeval heeft opgelopen. Bovendien houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk. Tot slot houdt de rechtbank ten voordele van verdachte rekening met de door nabestaanden aan verdachte geschreven brief waarin zij stellen erop te vertrouwen dat deze zaak in de meest milde strafrechtelijke vorm zal worden afgedaan.