Lagere straf wegens alcoholslot
Wanneer u bij de rechter moet komen wegens rijden onder invloed, terwijl tevens aan u door het CBR al de verplichte deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, is het vaak zinvol om een strafmaatverweer te voeren. In de praktijk zien we steeds vaker dat de strafrechter rekening wil houden met de grote gevolgen die het door het CBR opgelegde alcoholslotprogramma hebben voor een verdachte. Strafrechters zijn vaak bereid om de geldboete dan behoorlijk te verlagen en/of de duur van de ontzegging van de rijbevoegdheid. Vraag hierover advies aan uw advocaat.
Zie o.a.
Geheel voorwaardelijke geldboete wegens alcoholslotprogramma
Gerechtshof Amsterdam, 3 februari 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:149
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman verzocht de verdachte een geheel voorwaardelijke geldboete op te leggen. Ter onderbouwing stelt hij dat de verdachte veel kosten moet maken, omdat zij een alcoholslotprogramma bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR) moet volgen. Volgens de raadsman is het CBR op grond van artikel 132b jo 131, eerste lid, onder b, jo 130 eerste lid Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011, gezien het promillagegehalte dat bij de verdachte is gemeten, verplicht om de verdachte een alcoholslotprogramma op te leggen, waardoor dit onoverkomelijk is. Los van het feit dat de verdachte verplicht is om een auto op haar naam te hebben en een alcoholslot daarin te laten monteren, indien zij haar rijbewijs terug wil krijgen, zorgt het volgen van het alcoholslotprogramma ervoor dat de verdachte gedurende een langere periode veel kosten moet maken, waardoor het opleggen van een onvoorwaardelijke geldboete onredelijk zwaar zou zijn. Er bestaat van de zijde van de verdediging geen bezwaar tegen het opleggen van een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 8 maanden naast de op te leggen hoofdstraf.
Het hof is met de raadsman van oordeel dat het opleggen van een onvoorwaardelijke geldboete gezien de omstandigheden van het onderhavige geval en gezien de financiële consequenties die het feit met zich meebrengt ten gevolge van de bestuurlijke maatregel, onredelijk zou zijn. Het hof zal, alles afwegende, volstaan met het opleggen van een geheel voorwaardelijke geldboete en daarnaast als bijkomende straf een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 8 maanden opleggen.