Klaagschriftprocedure rijbewijs na instellen hoger beroep
Ook wanneer u het niet eens bent met een door de politierechter opgelegde ontzegging van de rijbevoegdheid kunt u, nadat u hoger beroep hebt ingesteld, via een klaagschriftprocedure proberen om het rijbewijs sneller terug te krijgen. De bevoegde instantie waar het klaagschrift dan moet worden ingediend is het gerechtshof alwaar de zaak in hoger beroep gaat dienen (Rb Noord-Holland, 22 april 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:3356).
Artikel 164 lid 8 Wegenverkeerswet 1994 geeft de mogelijkheid teruggave van een ingehouden rijbewijs te verzoeken en luidt, voor zover van belang, als volgt:
Zolang in de zaak nog geen vervolging is ingesteld, wordt het klaagschrift ingediend ter griffie van de rechtbank in het arrondissement waar het in het eerste lid bedoelde feit werd begaan, en anders ter griffie van het gerecht in feitelijke aanleg waarvoor de vervolging plaatsvindt of, in geval van verzet tegen een uitgevaardigde strafbeschikking, zou worden voortgezet, dan wel het laatst plaatsvond. Artikel 552a, vierde en zesde lid van het Wetboek van Strafvordering is verder van overeenkomstige toepassing.
Hieruit volgt dat een klaagschrift ex artikel 164 Wegenverkeerwet dient te worden ingediend bij de griffie van het gerecht in feitelijke aanleg waarvoor de vervolging plaatsvindt. Uit de wetgeschiedenis en de daarop voortbouwende jurisprudentie blijkt dat op het moment dat hoger beroep is ingesteld de raadkamer van het hof als enige bevoegd is tot beslissing op een dergelijk klaagschrift, ook al heeft bij dat gerecht nog geen vervolgingsdaad plaatsgevonden (TK, 1989-1990, 20 591, nr. 6, p. 23 en HR 24 oktober 1995, DD 96.082.)