Alcoholcontrole: vraag na de ademanalyse altijd om een bloedonderzoek als tegenonderzoek
Wanneer bij een alcoholcontrole blijkt dat u teveel gedronken hebt, moet u eerst deelnemen aan een ademanalyse op het politiebureau of in een speciale alcoholbus. U moet dan opnieuw blazen in een groter apparaat. De wet bepaalt dat u als verdachte verplicht bent om te blazen. U mag niet weigeren! Alleen wanneer u om geneeskundige/medische redenen niet in staat bent om te blazen, dan kunt u dat aangeven en verzoeken om een bloedonderzoek. In alle overige gevallen bent u dus verplicht eerst te blazen in het ademanalyseapparaat.
Tegenonderzoek: bloedonderzoek
Na de ademanalyse dient de verbalisant u de uitslag mede te delen. Lang niet in alle gevallen gebeurt dit correct. Ons advies is om altijd te vragen om het resultaat van de ademanalyse.
Vervolgens kunt u direct verzoeken om een tegenonderzoek. Het tegenonderzoek vindt altijd plaats in de vorm van een bloedonderzoek, en daarvoor moet de politie eerst een arts inschakelen. Bovendien dient er een termijn van een uur te zijn verstreken vanaf de eerste vordering om te blazen op straat (art. 15 lid 1 Besluit Alcoholonderzoeken).
De politie zal u daarvan proberen te weerhouden omdat het hen extra tijd en moeite kost, maar ons advies is om zeker van deze mogelijkheid gebruik te maken. U moet wel de kosten van het tegenonderzoek betalen, waarbij u een gedeelte direct op het politiebureau dient af te rekenen, en een ander gedeelte dient later aan het NFI (die het bloedmonster moet analyseren) moet betalen. Deze kosten verdienen zich echter altijd terug omdat het resultaat van het bloedonderzoek vaak veel lager is dan de ademanalyse.
Van belang hierbij is nog artikel 15 lid 4 Besluit Alcoholonderzoek, dat bepaalt dat het laagste resultaat telt:
“De uitkomst van het onderzoek dat het laagste alcoholgehalte oplevert, is bepalend voor de toepassing van artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en derde lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 27, tweede lid, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet, artikel 2.12, derde lid, onderdeel b, van de Wet luchtvaart of artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van de Spoorwegwet.”
< Terug naar Meer informatie rijden onder invloed