97 seconden tussen laatste appje en bellen 112 onvoldoende bewijs voor gebruik whatsapp tijdens rijden
Geplaatst op: 25 november 2017In een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, van 23 november 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:9842 ging het om een aanrijding tussen een auto een fietser op een donkere polderweg. De officier vervolgde de verdachte voor art. 6 WVW vanwege onvoldoende oplettendheid door te whatsappen tijdens het rijden en een te hoge snelheid, maar de rechtbank sprak haar hiervan vrij. Dat het ongeluk was veroorzaakt door het gebruik van Whatsapp tijdens het rijden kon niet bewezen worden, nu er 97 seconden zaten tussen het laatste bericht en het bellen van 112. Verder reed de verdachte 80 km/u en dat was daar ook toegestaan. Uiteindelijk vrijspraak voor artikel 6 WVW, maar een veroordeling voor art. 5 WVW.
Lees meer >
Straatrace, maar geen medeplegen verkeersongeval
Geplaatst op: 20 november 2017
Een 54-jarige man uit Loosdrecht is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en de maximale rijontzegging van 5 jaar. Hij veroorzaakte vorig jaar in Loosdrecht een dodelijk ongeval. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van roekeloos rijgedrag. Zijn 33-jarige zoon is veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur en een rijontzegging van 1 jaar voor het veroorzaken van gevaar op de weg.
Vader en zoon reden op 16 maart 2016 in aparte auto’s in het donker over onoverzichtelijke wegen in de bebouwde kom. De vader reed in een Porsche, de zoon in een Mini. Op een stuk van 3 kilometer is soms door zowel de 54-jarige man als de 33-jarige man extreem snel gereden. Bovendien had het rijgedrag van de mannen een wedstrijdmatig karakter.
De 54-jarige man was onder invloed van alcohol. Op het stuk van 3 kilometer remden de mannen op bepaalde momenten af, bijvoorbeeld bij een flitspaal, waarna zij de bewuste keuze maakten om de snelheid weer op te schroeven. De 54-jarige man reed met hoge snelheid een 19-jarige vrouw aan die die vanuit een oprit de weg op kwam. Zij raakte ernstig gewond en overleed twee weken later in het ziekenhuis. De rechtbank kwalificeert dit als roekeloos rijgedrag. Dit is de zwaarste vorm van schuld in de Wegenverkeerswet.
De 33-jarige zoon wordt vrijgesproken van dood door schuld. De rechtbank stelt vast dat hij wel heeft bijgedragen aan het verwerpelijke rijgedrag van zijn vader, maar niet zodanig dat het ongeval en dood aan hem zijn toe te rekenen. Wel is het rijgedrag van de man aan te merken als het veroorzaken van ernstig gevaar op de weg.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf neemt de rechtbank onder andere mee dat de 54-jarige man – tegen een stortvloed aan bewijs – blijft ontkennen dat hij met een extreem hoge snelheid reed. Ook het feit dat hij al vijf keer eerder is veroordeeld voor het rijden onder invloed van alcohol laat de rechtbank meewegen. Omdat de rechtbank de zoon vrijspreekt van dood door schuld is er bij de 54-jarige geen sprake van het strafverzwarende ‘medeplegen’. De rechtbank wijkt daarom enigszins af van de eis van de officier van justitie
(Rb Midden-Nederland, 17 november 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:5750
Lees meer >
HR 15 oktober 2013, NJ 2014,25 (Azewijns verkeersongeval): niet snel roekeloosheid in het verkeer
Geplaatst op: 12 november 2017Bij ongevallen die zich voordoen op de openbare weg leidt de interactiviteit tussen de verschillende verkeersdeelnemers ertoe dat minder snel sprake is van roekeloos rijgedrag. Kort gezegd is het verkeersgedrag is verkeersgedrag minder snel roekeloos, omdat van medeverkeersdeelnemers verwacht mag worden dat zij hun gedrag aanpassen aan het geconstateerde onvoorzichtige gedrag van een andere verkeersdeelnemer (zie o,a. HR 15 oktober 2013, NJ 2014, 25 – Azewijns verkeersongeval).
N.B. In andere situaties, bijv. bij de vraag of er sprake is van door door schuld na een ongeval op het water kan sneller tot roekeloosheid worden gekomen (Rb Midden-Nederland, 29 maart 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:1609).
Lees meer >
Vrijspraak voor ongeluk na rijden onder invloed van alcohol
Geplaatst op: 28 augustus 2017Het veroorzaken van een ongeluk, waarbij ook nog eens alcohol in het spel is, leidt vaak tot een bewezenverklaring van artikel 6 WVW, het veroorzaken van een ongeluk door schuld. Maar niet altijd kan er een verband worden aangetoond tussen het rijden onder invloed en het ongeluk. Dan dient vrijspraak te volgen, zoals ook het geval was in Rechtbank Zeeland West-Brabant, 10 augustus 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:5016.
Lees meer >
Vrachtwagen ziet bij invoegen auto over het hoofd; geen schuld 6 WVW
Geplaatst op: 14 december 2016Verdachte, bestuurder van een vrachtauto, is kort na de samenvoeging van de A2 en de A67, bij een ongeval betrokken geraakt. Bij dit ongeval is een persoon overleden en een ander persoon heeft lichamelijk letsel opgelopen. De rechtbank kwalificeert het handelen van verdachte als overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet en veroordeelt hem te dier zake tot een geldboete van € 500,– en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. Vast staat dat verdachte een verkeersfout heeft gemaakt door naar rechts uit te wijken, terwijl de Peugeot rechts van hem reed en voorrang had. Hem valt dus zeker een verwijt te maken. In die zin heeft hij volgens algemeen spraakgebruik ‘schuld’ aan het ongeluk (rb Oost-Brabant, 1 maart 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:819).