Diefstal of joyriding; meenemen auto ouders
Het meenemen van een auto van een bekende kan diefstal of joyriding opleveren, afhankelijk van de bedoelingen waarom de auto werd meegenomen. Dit wordt afgeleid uit de omstandigheden van geval en de concrete gedragingen van de verdachte. Voor joyriding moet de verdachte in ieder geval de bedoeling hebben gehad om de auto later terug te brengen. De discussie “diefstal of joyriding” speelde ook in een zaak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, 6 april 2009, ECLI:NL:RBZLY:2009:BI0862. Hier ging het om een zoon die de auto van zijn ouders had meegenomen, en langere tijd daarmee is gaan rijden.
De rechtbank overwoog als volgt:
“Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de verdachte het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van de auto heeft gehad. Nadat hij enkele dagen eerder uit het ouderlijk huis was weggegaan zonder achterlating van bericht over zijn verblijfplaats, is verdachte ’s nachts naar het ouderlijk huis teruggekeerd. Verdachte heeft de auto buiten het bereik van [xxx] gebracht door ’s nachts de sleutel uit zijn ouderlijke woning weg te nemen en is vervolgens als heer en meester over de auto gaan beschikken door hiermee weg te rijden. Verdachte is vervolgens naar vrienden in Zutphen gereden die hem hebben overgehaald om de auto terug te brengen. Verdachte heeft aanvankelijk naar deze vrienden geluisterd door naar Wijhe terug te rijden, maar is nadat hij een aanrijding had veroorzaakt toch weer doorgereden. Ter terechtzitting heeft verdachte bovendien verklaard dat hij voornemens was om gedurende een langere periode met de auto weg te blijven en dat hij naar Tilburg wilde rijden. Uiteindelijk is verdachte bij een benzinepompstation in Emmeloord aangehouden, nadat de medewerker van het tankstation de politie had gealarmeerd. Gelet hierop is verdachte als heer en meester over de auto gaan beschikken en is niet aannemelijk geworden dat hij voornemens was om de auto naar [xxx] terug te brengen.”
< Terug naar Meer informatie joyriding