Trajectsnelheidsmeting binnen 16 seconden niet toegestaan
Wanneer de snelheidsmeting is verricht middels een mobiele trajectsnelheidsmeter, dan dienen de daarvoor geldende voorschriften wel te worden nageleefd. Een van die vereisten is dat de minimale meetduur 16 seconden moet bedragen. Dit blijkt uit artikel 14.6.3. van de Concept Voorschriften Meetmiddelen Politie (CVMP);
In een recente zaak was de meting 11,28 seconden. De meting was dus meer dan 1/4e te kort; De officier van justitie beriep zich op het feit dat de CVMP niet van toepassing is, maar dat is onjuist.
Dat de CVMP van toepassing is bij een meting via een mobiele trajectsnelheidsmeter, blijkt onder meer uit Hof Arnhem-Leeuwarden, 29-09-2017, nr. WAHV 200.183.084, ECLI:NL:GHARL:2017:8519. In dit arrest beroept de betrokkene zich ook op artikel 14.6.3.van de CVMP. Het Hof merkt in zijn overwegingen niets op over de geldigheid en/ of niet-toepasbaarheid van de CVMP;
Verder volgt dit uit een uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden, 09-02-2018, nr. WAHV 200.152.043. In deze zaak werd gemeten middels een radarsnelheidsmeter. Het Hof overweegt – voor zover relevant -: “De radarsnelheidscontrolemeter is opgenomen in de Regeling meetmiddelen politie. Daarin is bepaald dat voor het gebruik van de radarsnelheidscontrolemeter een verklaring van een onderzoek moet zijn afgegeven door het Nederlands Meetinstituut NMi N.V. waaruit blijkt, dat het apparaat voldoet aan de eisen als vermeld in de bijlage behorend bij deze regeling (artikel 1 onder a juncto artikel 2, tweede lid). Die eisen zijn opgenomen in de Concept regeling voorschriften meetmiddelen politie (CVMP, versie 2010-08-09 te vinden op www.politie.nl).” Ook de mobiele trajectsnelheidsmeter valt onder het bereik van artikel 1 onder a van de Regeling meetmiddelen politie en moet dus voldoen aan de eisen opgenomen in de CVMP.
Wanneer artikel 14.6.3. van de CVMP is geschonden bestaat zodanige twijfel ten aanzien van de betrouwbaarheid van de snelheidsmeting dat niet kan worden vastgesteld in welke mate de maximumsnelheid is overschreden. De politie probeert soms dan nog de gemiddelde snelheid achteraf te berekenen, maar dat leidt tot onduidelijkheden. Het is dan ook geen vastgestelde snelheidsmeting meer, maar een berekende snelheid.
Van belang is in dit kader ook dat de politie natuurlijk enige achterstand heeft, die zij inlopen om de ander in te halen. Daar moet ook rekening mee worden gehouden.
Daarnaast kan over dat korte traject geen goed gemiddelde worden berekend. Zou de meting over 16 seconden worden gedaan dan zou die dus veel lager zijn uitgevallen.
De enkele erkenning van een verdachte dat hij te snel reed is onvoldoende; Gerechtshof Leeuwarden 5 december 2006, ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ5516.
Ook zal de officier proberen te betogen dat de CVMP niets zegt over de wijze van meten, maar enkel over de certificering van het meetmiddel. Ook dat is onjuist. Zie bijvoorbeeld naar de bewoording van artikel 14.6.3: “De mobiele trajectsnelheidsmeter moet een automatisch werkende inrichting hebben die zekerheid biedt dat geen metingen kunnen plaatsvinden die aanleiding geven tot een te grote fout in het meetresultaat. Bedoelde zekerheid moet ten minste gelijkwaardig zijn aan die, waarbij de inrichting verhindert dat de tijdsduur benodigd voor het afleggen van het traject waarover gemeten wordt minder is dan 16 + n seconden, waarbij n gelijk is aan 1/5 van de grootste waarde van de meetafstand in meter en waarbij tevens verhinderd wordt dat een meting verricht wordt indien de meetafstand meer bedraagt dan 100 meter.”
De regeling zegt dus duidelijk iets over de wijze hoe gemeten moet worden. Conclusie: Geen w&o bewijs. Vrijspraak moet volgen bij een trajectsnelheidsmeting waarbij binnen 16 seconden is afgeklokt.
< Terug naar Meer informatie te hard rijden