Veroordeling art. 6 WVW bij inhalen
Wat gevaarlijk inhalen is, zal eveneens nader in de jurisprudentie moeten worden uitgemaakt. Vooralsnog dient te worden aangesloten bij het normale spraakgebruik. Gelet op het strafverhogende karakter moet e.e.a. worden gereserveerd voor bijzonder gevaarzettende situaties. Ook de omstandigheden kleven, geen voorrang verlenen en gevaarlijk inhalen zijn strafverzwarend als zij een bijdrage vormde(n) aan het ontstaan van het ongeval.
Strafverzwarende omstandigheden zijn van toepassing bij zowel aanmerkelijke of grove schuld als bij roekeloosheid. Als er sprake is van een van deze specifieke vormen van schuld (grove schuld of roekeloosheid) of van een of meer van de strafverzwarende omstandigheden (kleven, gevaarlijk inhalen, alcoholgebruik, te hard rijden etc), dan dient het OM dit duidelijk te beschrijven in de tenlastelegging.
Voorbeelden uit de jurisprudentie van veroordelingen voor art. 6 WVW:
Inhalen bij beperkt zicht
Rb. Noord-Nederland 9 december 2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:6703
Verdachte wilde in deze zaak een landbouwvoertuig inhalen kort na een bocht in de weg, terwijl hem het zicht gedeeltelijk werd ontnomen door het voertuig voor hem en de bomen en struiken langs die weg. De rechtbank voerde aan dat, juist omdat de verkeerssituatie niet geheel overzichtelijk was, verdachte extra voorzichtigheid had moeten betrachten. Nu hij dit heeft nagelaten en toch heeft ingehaald, kan art. 6 WVW worden bewezenverklaard.
Inhalen terwijl ook andere automobilist aan het inhalen was
Rb. Zutphen 21 augustus 2012, ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7600
Verdachte reed achter een vrachtwagen die zij wilde inhalen. Er was op dat moment nog een andere auto bezig met het inhalen van de vrachtwagen, maar toch besloot verdachte de manoeuvre in te zetten. Op het moment dat verdachte de vrachtwagen had ingehaald en terug wilde gaan naar de rechter rijbaan, zag zij een tegenligger en volgde er een frontale botsing. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van schuld. Verdachte is immers gaan inhalen terwijl een andere automobilist zich nog op de linker rijbaan bevond. Hierdoor werd het zicht voor verdachte belemmerd. Gelet op deze gedragingen veroordeelt de rechtbank verdachte voor art. 6 WVW.
Wielrenner raakt bij inhalen andere fietster die ten val komt en overlijdt. Bewezenverklaring art 6 WVW.
Rechtbank Alkmaar, 17 juni 2010, LJN: BM8142
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 3 augustus 2008 te Warmenhuizen, gemeente Harenkarspel, als verkeers-deelnemer, namelijk als bestuurder van een racefiets, daarmede rijdende over de weg, de Westfriesedijk, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend
- op zeer korte afstand achter een voor hem rijdende fietser te rijden en
- zich er onvoldoende van te vergewissen dat voor hem op diezelfde weg zich verkeer zou kunnen bevinden en
- zijn snelheid niet zodanig aan te passen dat tijdig stoppen mogelijk is en
- niet bij voortduring zicht voor zich op die weg te houden,
waarna hij, verdachte, in botsing is gekomen met een bestuurster van een fiets die rechtsrijdend in dezelfde richting als verdachte over genoemde weg reed, waardoor die bestuurster van die fiets, genaamd [slachtoffer], werd gedood.