Invordering rijbewijs hoeft niet altijd te leiden tot ontslag
Invordering van het rijbewijs hoeft niet altijd te leiden tot ontslag. In een procedure die speelde bij de kantonrechter in Amsterdam, heeft de werknemer ondanks dat hij vanwege rijden onder invloed (tijdelijk) zijn rijbewijs was kwijtgeraakt, een ontslag kunnen voorkomen. De kantonrechter overwoog wel uitdrukkelijk dat dit de laatste kans van de werknemer was en hield in het bijzonder rekening met het feit
- dat het rijden onder invloed buiten werktijd gebeurde
- dat werknemer op een snorfiets reed en niet in de bedrijfsauto
- dat de werknemer voor het overige altijd goed heeft gefunctioneerd.
De uitspraak is: Rb Amsterdam, 2 juni 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:3662
Rechtbank: geen ontslag na invordering rijbewijs
De rechtbank overwoog dat de vordering tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst (=ontslag) moest worden afgewezen en overwoog daartoe:
“6. Vast staat dat [verweerder] doordat zijn rijbewijs is ingevorderd en hem door de politierechter vervolgens de rijbevoegdheid is ontzegd, gedurende een bepaalde tijd niet inzetbaar was in zijn eigen functie om werkzaamheden uit te voeren. Door alcohol te nuttigen en vervolgens aan het verkeer deel te nemen heeft [verweerder] een fout gemaakt. Door die fout heeft [verweerder] zijn contractuele plicht tot het uitvoeren van de werkzaamheden niet kunnen nakomen en dit is [verweerder] aan te rekenen.
7. [verzoekster] heeft ter zitting toegelicht hard op te treden tegen medewerkers die hun rijbewijs kwijtraken wegens alcoholgebruik. Bij [verzoekster] werken 200 werknemers die dagelijks naar verschillende opdrachtgevers gaan op verschillende locaties en het is dan ook noodzakelijk dat die werknemers hun rijbewijs behouden. [verzoekster] kan de schade niet dragen die wordt geleden als werknemers hun rijbewijs verliezen. Er ontstaan problemen in de planning en er moeten vervangers worden gezocht. Werknemers rijden bovendien in een bedrijfsauto van [verzoekster]. Als [verzoekster] niet hard optreedt tegen medewerkers die hun rijbewijs verliezen door alcoholgebruik is dat een slecht signaal naar de overige medewerkers. Er mag geen vrijbrief op het gebruik van alcohol in het verkeer ontstaan. Onder verwijzing naar artikel 8 van de gebruikersovereenkomst stelt [verzoekster] dat het voor iedere werknemer duidelijk is dat er hard wordt opgetreden bij alcoholgebruik in het verkeer. Daarnaast heeft [verzoekster] ter zitting gesteld dat [verweerder] heeft bevestigd dat dit de eerste keer is geweest dat hij is aangehouden voor rijden onder invloed, maar dat hij ter zitting heeft erkend dat dit eerder is gebeurd. [verweerder] is dan ook niet eerlijk geweest en het vertrouwen in een vruchtbare samenwerking is er dan ook niet meer.
8. Het belang dat [verzoekster] erbij heeft dat de werknemer zijn rijbewijs behoudt is evident en vast staat dat het feit dat [verweerder] zijn rijbewijs is kwijtgeraakt gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering. Dat die gevolgen echter dusdanig zijn dat van [verzoekster] niet meer kan worden gevergd het dienstverband te laten voortduren is echter niet aannemelijk gemaakt. Daarnaast dient voor de vraag of de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden mee te wegen dat [verweerder] de fout heeft gemaakt in de privésfeer en niet onder werktijd. Voorts reed [verweerder] op dat moment niet met de bedrijfsauto van [verzoekster] maar op een snorfiets, terugkomend van een feestje in de nachtelijke uren. In zoverre bestaat er – los van de gevolgen – geen relatie tussen de gemaakte fout en [verzoekster].
9. [verweerder] heeft de gevolgen van de fout aan den lijve ondervonden. Hij heeft een ongeval gekregen. Zijn rijbewijs is ingevorderd en hij is door de politierechter veroordeeld wegens rijden onder invloed. Gedurende drie jaar hangt [verweerder] een straf van nog zes maanden invordering van het rijbewijs boven het hoofd: [verweerder] is derhalve een gewaarschuwd man. Hij heeft door de fout bovendien een strafblad. Daarnaast heeft [verweerder] vanaf 11 maart 2015 geen loon meer uitbetaald gekregen voor het feit dat hij door zijn toedoen geen arbeid heeft kunnen verrichten. Dat er voor iedere medewerker een vrijbrief zou ontstaan om onder invloed van alcohol aan het verkeer deel te nemen als de arbeidsovereenkomst niet eindigt overtuigt daarom in onvoldoende mate. Bovendien is ter zitting duidelijk geworden dat [verweerder] het rijbewijs binnen afzienbare tijd terugkrijgt zodat hij zijn werkzaamheden weer kan gaan verrichten.
10. [verweerder] heeft de werkzaamheden bij [verzoekster] voorts altijd naar tevredenheid uitgevoerd en was in opleiding om eerste monteur te worden bij het ROC. Onweersproken is gebleven dat [verweerder] naar tevredenheid aan die opleiding deelnam. Dat [verweerder] na het voorval niet meer op de opleiding is verschenen valt hem niet aan te rekenen. Hij was immers op non actief gesteld en Koelman had hem te kennen gegeven het dienstverband te willen beëindigen.
11. Dat [verweerder] tegenover [verzoekster] heeft gelogen over de recidive – zoals [verzoekster] ter zitting heeft verklaard – is niet voldoende aannemelijk geworden. [verweerder] is wel eerder veroordeeld voor rijden onder invloed, maar op dat moment was hij nog niet werkzaam bij [verzoekster]. Dit legt daarmee onvoldoende gewicht in de schaal voor het oordeel dat de arbeidsovereenkomst moet eindigen.
12. Alles afwegend komt de kantonrechter tot het oordeel dat het verzoek tot ontbinding moet worden afgewezen. Daarbij wordt opgemerkt dat [verweerder] zich goed moet realiseren dat dit voor hem een laatste kans is.”
< Terug naar Meer informatie rijbewijs ingevorderd