Snelheidsmeting via boordsnelheidsmeter politieauto
De snelheidsmeting kan ook plaatsvinden via de boordsnelheidsmeter van de politieauto. Dit houdt in dat de politie achter u aanrijdt en op met een gelijkblijvende afstand waarbij de op hun boordsnelheidsmeter in de politieauto de op dat moment gereden snelheid wordt afgelezen.
Piekmeting
Anders dan bij de trajectmeting, is de snelheidsmeting via de boordsnelheidsmeter een piekmeting. De politie gaat uit van de hoogst geconstateerde snelheid.
Kalibratie boordsnelheidsmeter
De boordsnelheidsmeter is niet opgenomen in de Regeling meetmiddelen politie. Deze meter kan namelijk niet als meetmiddel in de zin van dat besluit worden beschouwd, omdat een snelheidsovertreding hiermee niet op directe wijze kan worden vastgesteld. De snelheid van het gevolgde voertuig wordt immers geconstateerd door op (nagenoeg) gelijkblijvende afstand te volgen en vervolgens de overtreding af te leiden van de met het dienstvoertuig gereden snelheid. De goede werking van de boordsnelheidsmeter is echter essentieel voor de bewijsvoering en daarom wordt ten aanzien van de geldigheidsduur van de kalibratie in deze instructie aangesloten bij de bepalingen die in de Regeling meetmiddelen politie gelden voor radarsnelheidscontrolemeters.
Een boordsnelheidsmeter wordt dus niet geijkt, maar gekalibreerd!
Geldigheidsduur kalibratie boordsnelheidsmeter
De in het dienstvoertuig aangebrachte tabel en het daarbij behorende certificaat is geldig voor de duur van één jaar. Deze tabel en het daarbij behorende certificaat verliest haar geldigheid bij herstel of wijziging van enig onderdeel van het dienstvoertuig als dit herstel of deze wijziging van invloed kan zijn op het meetresultaat.
Voor het vaststellen van snelheidsoverschrijdingen wordt in beginsel alléén een gekalibreerde boordsnelheidsmeter gebruikt. In de uitzonderlijke gevallen dat toch (mede) gebruik wordt gemaakt van een dienstvoertuig waarvan de boordsnelheidsmeter niet is gekalibreerd, moet als volgt worden gehandeld.
Handelswijze indien geen kalibratie boordsnelheidsmeter
De afwijking van de snelheidsmeter in het dienstvoertuig moet zo spoedig mogelijk na de constatering worden bepaald met behulp van een gecertificeerde snelheidsmeter met een geldig certificaat.. De meetonzekerheid bij de kalibratie is afhankelijk van de gebruikte apparatuur. De verbalisant neemt in het proces-verbaal op dat hij heeft geconstateerd dat gewerkt is met een niet-gekalibreerde boordsnelheidsmeter. Verder verdient het aanbeveling te vermelden dat hij op grond van zijn ervaring in het verkeer inschat, dat betrokkene / verdachte reed met een snelheid van xx km/h, in elk geval met een snelheid die hoger lag dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid (HR 27 november 1973, VR 1974/37 en HR 8 oktober 1974, VR 1975/20).
Inhoud proces-verbaal snelheidsmeting boordsnelheidsmeter
Een proces-verbaal waarin sprake is van snelheidsmeting met behulp van een gekalibreerde snelheidsmeter in een dienstvoertuig dient de volgende gegevens te bevatten:
- de geldende maximumsnelheid;
- de afstand tussen het gemeten en meetvoertuig, met de vaststelling dat die onderlinge afstand tijdens het meten van de snelheid gelijk dan wel nagenoeg gelijk bleef, dan wel dat het gemeten voertuig uitliep op het dienstmotorvoertuig[19];
- de afstand waarover de snelheid van het voertuig werd gemeten;
- de geconstateerde snelheid (afgelezen snelheid);
- de gemeten snelheid volgens kalibratietabel (= snelheid kalibratietabel behorende bij de boordsnelheidsmeter);
- de gecorrigeerde snelheid (= gemeten snelheid volgens kalibratietabel minus de correctie of snelheid kalibratietabel waarin de correctie reeds is opgenomen);
- de overschrijding in aantal kilometers per uur.
Tussenliggende afstand bij boordsnelheidsmeter
Ook moet er goed worden gekeken naar de tussenliggende afstand wanneer bij de snelheidsmeting gebruik wordt gemaakt van de boordsnelheidsmeter. Zo werd in ECLI:NL:GHARL:2021:23 een tussenliggende afstand van 500 meter te groot gevonden voor een betrouwbare snelheidsmeting.