Vrijspraak kentekenhouder bij buitenlandse auto
Bij een buitenlandse auto (lees: auto met buitenlands kenteken) is het belangrijk dat de verbalisant in zijn proces-verbaal relateert waarom de verdachte als kentekenhouder kan worden aangemerkt. Omdat gegevens van het RDW zullen ontbreken, dient hierover separaat gerelateerd te worden door de verbalisant. Een voorbeeld hiervan zien we in het arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 28 februari 2011, ECLI:NL:GHSHE:2011:BP6064:
Het hof is van oordeel dat bij gebrek aan voldoende wettige bewijsmiddelen niet kan worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde in enige variant heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
“Ter gelegenheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is het hof gebleken dat door de verbalisant in het ambtsedig opgemaakte proces-verbaal van overtreding niet wordt gerelateerd wie als verdachte moet worden aangemerkt. Het hof stelt vast, dat de verbalisant vermeldt dat van het buitenlandse voertuig met het kenteken [kenteken] geen RDW-gegevens beschikbaar zijn. Evenmin kan op grond van andere bewijsmiddelen worden vastgesteld op grond waarvan de verdachte kan worden aangemerkt als de eigenaar of houder van het motorvoertuig met genoemd kenteken. De bij het proces-verbaal gevoegde uitdraai uit het Transactie Informatie en Afhandeling Systeem is daartoe onvoldoende, aangezien dat slechts een ander geschrift is in de zin van artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering, dat alleen kan gelden in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen. Het hof merkt overigens op, dat in die uitdraai slechts wordt vermeld dat op grond van ”kentekenverificatie” (onduidelijk is hoe en door wie deze is geschied) verdachte de betrokken persoon is.
Er is evenmin wettig bewijs dat de verdachte de bestuurder is geweest van het motorvoertuig toen daarmee op 23 mei 2009 een snelheidsovertreding werd begaan, zodat verdachte eveneens moet worden vrijgesproken van het subsidiair ten laste gelegde.”