Redenen weigering ademanalyse
Er kunnen een aantal redenen bestaan voor de verdachte om zijn medewerking aan de ademanalyse te weigeren.
Weigering wegens bijzondere geneeskundige redenen
De verplichting om ademlucht te blazen geldt niet indien e.e.a. om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is. Een redelijke uitleg brengt mede dat een verdachte de ademanalyse weigert omdat hij meent dat die voor hem om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is, slechts dan niet in strijd met artikel 176 WVW handelt indien hij die mening op duidelijke en ondubbelzinnige wijze kenbaar maakt aan degene die hem beveelt zich aan een ademanalyse te onderwerpen (HR 17 augustus 2004, LJN: AP0186).
Bijzondere geneeskundige redenen kunnen ook psychisch van aard zijn (HR NJ 1979, 304).
Een voorbeeld is bij COPD:
"De motivering van de vrijspraak in het mondeling arrest luidt als volgt: "Verdachte heeft tegenover [verbalisant] kenbaar gemaakt dat hij vanwege COPD niet kon mee-werken aan een ademonderzoek en heeft verzocht om een bloedonderzoek. Gelet daarop was naar het oordeel van het hof voorshands niet onaannemelijk dat verdachte op medische gronden niet in (lees: staat) was medewerking te verlenen aan een ademonderzoek. Gelet daarop had [verbalisant] een arts moeten inschakelen teneinde vast te stellen of het voor verdachte om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk was om medewerking te verlenen aan een ademonderzoek. Nu zulks is nagelaten, is geen sprake van een ademonderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wvw 1994."
Daarvan kan sprake zijn bij
- astmatische bronchitis,
- specifieke spieraandoeningen,
- gezichtsletsel.
- opgelopen letsel en onderzoek in het ziekenhuis (HR 14 maart 2016, NJ 2006, 207).
Wanneer een verdachte een beroep doet op een bijzondere geneeskundige reden moet dat door hem aan de opsporingsambtenaar op niet voor misverstand vatbare wijze kenbaar worden gemaakt (HR 17 augustus 2004, NJ 2004, 550). Of terecht een beroep is gedaan op een bijzondere geneeskundige reden moet in beginsel worden beoordeeld door een arts, tenzij het beroep de opsporingsambtenaar aanstonds ongerechtvaardigd voorkomt (HR 6 april 1999, NJ 1999, 452).
Geen geldige verklaring van goedkeuring of verbalisant niet bevoegd
Van bijzondere omstandigheden die maken dat verdachte terecht heeft geweigerd kan sprake zijn indien de verdachte bij de politie zijn weigering daarop heeft gegrond dat het desbetreffende ademanalyseapparaat niet is voorzien van een geldige verklaring van goedkeuring of dat dit apparaat niet wordt bediend door een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar (HR 1 april 2003, LJN: AF3371).
Blazen binnen 20 minuten termijn
Van bijzondere omstandigheden die maken dat verdachte terecht heeft geweigerd kan sprake zijn indien de verdachte bij de politie zijn weigering daarop heeft gegrond dat de termijn van 20 minuten niet in acht is genomen (HR 8 april 2014, ECLI: NL:HR:2014:854 en HR NJ 1993, 473 en NJ 1993, 510).
In het geval dat voor het verstrijken van de termijn van 20 minuten de verdachte een bevel tot ademanalyse is gegeven en de opsporingsambtenaar ook binnen die termijn wil aanvangen, kan niet worden gezegd dat een verdachte die weigert te blazen, zich schuldig heeft gemaakt aan een weigering van de ademanayse. Onduidelijkheid op dit punt kan ook tot vrijspraak leiden (HR Nj 1993, 14 en HR 1993, 84).
Geen geldige redenen voor weigering ademanalyse
Geen geldige redenen voor weigering van de ademanalyse zijn:
- Geloofsredenen (HR NJ 1988, 7 en 318, alsook NJ 1989, 679)
- Een niet functionerend ademanalyseapparaat, als wordt voorgesteld naar een nabij gelegen bureau te rijden (HR 3 juli 2001, NJ 2001, 554)